Voor deze opdracht heb je letters nodig die je geprint meeneemt.
In het programma WORD typ je de letters, 6 verschillende, die je wilt gebruiken. Je selecteert de letters en probeert verschillende lettertypen. Je kiest het lettertype dat jij mooi vindt voor deze opdracht, maar wel voldoende 'dikte' heeft. Stel de juiste grootte in 240 tot 300 (fragiele letters 300). |
De letters vormen een basis voor een vlakverdeling. De contour van de letter moet deels gevolgd worden in de lijnen die je gaat zetten. Je kiest zelf welke kant van de letter je gebruikt.
|
Trek lijnen van de ene kant van het mdf naar de andere kant, waarbij je altijd een deel van een letter volgt. Mag met liniaal, of een golf uit de hand. Voorbeeld: de lijn tussen de zwarte pijlen over de rug van de B.
|
Kies twee complementaire kleuren aquarelpotlood. Begin met kleuren van een letter. Ga je over een lijn, dan wisselt de kleur. Bij overlapping maak je de mengkleur.
|
Gebruik water om de letters te verven.
Zaag met de kapzaag stukjes van latjes met verschillende dikte.
Gebruik een verstekbak of zaagplankje. Schuur de splinters eraf. |
Met een figuurzaag zaag je interessante stukken. Je gaat altijd over lijnen of contouren van letters. Bij elk kruispunt kun je kiezen welke lijn je gaat volgen.
De vlakken worden op verschillende hoogte op de ondergrond bevestigd met behulp van de blokjes.
Zoek een afwisseling in hogere en lagere delen door de blokjes te plaatsen. |
Alle vlakken ga je inkleuren met één kleurengamma.
Ook deze vlakken schilderen. Aan de zijkanten van de stukjes loopt de kleur door. Dus na het zagen de zijkanten schuren en daarna kleuren. Als je tevreden bent over de hoogteverschillen lijm je de blokjes vast. Van boven af gezien past alles precies in elkaar.
|