Een ingewikkelde animatiefilm maken kost veel tijd. Tegelijkertijd is animatie populairder dan ooit. Wat maakt animatie zo speciaal, dat sommige filmmakers er heel veel van hun tijd in willen stoppen?
Met animatie kun je films maken, die je met een andere filmtechniek niet kan maken. Animatie kan levenloze voorwerpen en zelf verzonnen karakters tot leven brengen. Alles kun je vanzelf laten bewegen en alles kan in van alles veranderen.
Bij animatie wordt de beweging beeld voor beeld gefilmd. Animatie is dus de illusie van beweging door het na elkaar afspelen van verschillende stilstaande beelden, zogenaamde frames. Animaties worden veel gebruikt in tekenfilms en animatiefilms, reclamefilms, videoclips en computergames.
Animatiefilm is de algemene naam voor filmopnames waarin geen levende acteurs optreden, maar in plaats daarvan getekende figuren (tekenfilm), of levenloze materie (zoals kleifiguurtjes) die worden gefilmd in de enkelbeeldtechniek. Dit wil zeggen dat de beelden één voor één worden opgenomen. Bij het achter elkaar plaatsen van de beelden in een film geven deze dan, indien het goed gebeurt, de illusie van beweging. Om een volledig vloeiende beweging te maken zijn er 24 frames per seconde nodig. Er zijn ook animaties die met 12 of 10 frames per seconde gaan maar met zo'n animatie bereik je geen volledig vloeiende beweging.
Hoe maak je een animatie?
Voorbeelden van animaties in 3d en 2d
Het filmpje van Pingu geeft een voorbeeld van een stopmotion met 3d figuren. Maar natuurlijk kan het ook heel goed in 2d, bijvoorbeeld La linea.